zaterdag 12 februari 2011

Reactie op het boek "Alle dagen schuld"

12/02/2011
Naar aanleiding van het lezen van het boek Alle dagen schuld, en wat ik schreef over 2e en 3e generatie werklozen en kinderen in achterstandswijken, ben ik gaan nadenken over mijn eigen jeugd.
Hoe gingen mijn ouders met geld om, welke boodschappen heb ik over geld en schulden van huis uit meegekregen?
Hoe belangrijk vonden mijn ouders een opleiding?
Wat geld betreft: mijn ouders waren uiterst zuinig. Ze hebben in 1956 een huis gekocht, terwijl de hypotheeklasten voor hen heel hoog waren. Mijn vader had door een onderbreking als dwangarbeider in de oorlog en vervolgens een langdurige behandeling voor TBC, en ook door de economische crisis van voor de oorlog een flink gat in zijn carrière. Hij was op zijn 30e op een punt waar veel werknemers van nu al op hun 25e zijn: hij had voor het eerst een vaste baan met enige inkomensgarantie.
Er kon dus van alles niet, we hadden geen wasmachine, geen koelkast, geen tv, al helemaal geen auto. We hadden geen wc of douche, maar een tonnetje en mijn broertje en ik werden gewassen in de zinken tobbe in de woonkamer. Pas na verloop van tijd ontstond er iets meer financiële ruimte en werd er een echte wasmachine en een centrifuge aangeschaft. Dat was waarschijnlijk in 1961. Toen werd er door mijn oom en mijn grootvader ook een douche aangelegd. Ook pas in 1960 of in 1961 nam mijn vader (geboren in 1923) zijn eerste autorijlessen.
Er werden pas uitgaven gedaan als daar werkelijk geld voor was.
Zakgeld moest ik verdienen door het doen van klussen in huis: afwassen, stofzuigen, ramen lappen. Zonder klussen geen zakgeld.
In 1962 is het huis van mijn ouders verkocht omdat mijn vader in een andere plaats een baan kreeg en we verhuisden naar een huurhuis. Toen kregen we het een stuk ruimer, er kwam een auto, een koelkast, een tv en rond 1967 zelfs een boot! Nog steeds moesten mijn broer en ik klussen in huis doen om zakgeld te krijgen. In 1969 hebben mijn ouders weer een huis gekocht. De boot werd weer verkocht, want èn een boot èn een koophuis, dat kon bruin niet trekken.
Regel was altijd dat er behalve hypotheekschuld geen schulden waren en dat mijn ouders op de spaarrekening een ruime buffer hadden voor onvoorziene uitgaven.
Onderwijs was voor mijn ouders heel belangrijk, vooral de opleiding van mijn broer. Ik was "maar" een meisje. Voor mijn broer was een speciale studieverzekering afgesloten, zodat er voor zijn studie geld zou zijn. Alle vier mijn grootouders hadden alleen lagere school en moesten daarna werken. De oma's vanaf hun 12e jaar intern als dienstmeisje. Dat was een zesdaagse werkweek, waarbij er lange dagen gewerkt moest worden. De opa's kwamen bij een baas in de leer en werden respectievelijk meubelmaker en timmerman. Mijn ouders hebben allebei op de Mulo gezeten. Dat was in die tijd heel wat, als je een diploma had van de Mulo. Mijn ouders hadden dus ook al van huis meegekregen dat opleiding belangrijk was en dat je je beter niet kon beperken tot de lagere school. Bij rapporten was het heel belangrijk dat ik zevens en achten had, negens mocht ook, maar die had ik maar heel sporadisch. Voor die mooie cijfers kreeg ik geld, een gulden per goed cijfer. Ook mijn grootouders loofden er geld voor uit. Thuisblijven en spijbelen, dat mocht echt niet, ook als ik mij niet helemaal lekker voelde. Niet zeuren, verkouden zijn kan ook op school, was hun houding.
Grondhouding was: school is nuttig, je bouwt daarmee aan je toekomst. Vooral mijn vader zag mijn hogere opleiding vooral als een manier om een jongen uit een goed milieu met een goede opleiding "aan de haak" te slaan. Ook een manier om te bouwen aan je toekomst. In mijn kindertijd was er geen enkele moeder van klasgenootjes die werkte. Alle moeders en grootmoeders, tantes, oudtantes, allemaal waren ze met werken opgehouden op het moment dat ze gingen trouwen.
Uiteindelijk liep dat voor mij iets anders, dat allemaal dankzij de 2e feministische golf vanaf ongeveer 1965. Nog best lastig trouwens om zonder voorbeelden bij de oudere generatie een carrixc3xa8re op te bouwen. Ik koos een studie omdat dat leuk of interessant was (in mijn hoofd zat immers nog het beeld dat ik een thuismoeder zou worden, die knop had ik nog lang niet omgedraaid) en niet vanwege het nut op de arbeidsmarkt. Niet zo handig. Maar ja, als ik toen had geweten wat ik nu wist, dan zag mijn leven er heel anders uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren is leuk, graag zelfs, maar onzinnige, racistische, onaardige, of kwetsende reacties naar mij of anderen en ook reacties met nep-informatie worden niet geplaatst.

Over verwijderde reacties ga ik niet in discussie.